A Christmas Carol

Jaren lang is Dickens een van mijn favoriete schrijvers geweest.
Een meester met woorden, meesterlijke inzichten in de menselijke aard,
een fantastisch manipulator van sentimenten van mensenmassa’s.

Dickens schreef zijn lange verhalen in instalments,
korte afleveringen die in tijdschriften of kranten verschenen.
Hij was de meest populaire schrijver van de soaps uit zijn tijd.
Hele bevolkingsgroepen leefden mee met de personages
die in zijn romans tot leven werden gewekt.

Jaren lang las ik elk jaar zijn Christmas Carol.
Ik vond het een prachtig, briljant verhaal.
Tot ik dat niet meer vond.

Van wrede vrek tot lichtwezen?

Op een dag begreep ik opeens waarom Hollywood
en Walt Disney dit thema zo eindeloos blijven uitmelken.
Natuurlijk! Een slechterik die een goed mens wordt!
Welk lichtwezen trapt niet o zo graag in deze val?

Het duister heeft geleerd om de zwakheden van zijn prooi uit te buiten.
Niet eens, maar voortdurend.
Hoe grappig is het als zijn prooi daar dan ook nog
met tranen op zijn wangen dank u wel voor zegt?

Zo is daar ook het sprookje van de arrogante prinses.
Ze vertrapt haar bedienden en is buitengewoon zelfzuchtig,
maar na de geleerde les is ze de goedheid zelve geworden.
Verwaande hoofdrolspelers krijgen een harde levensles
en transformeren hun duister in stralend licht.
Geloof het, geloof het: alles is mogelijk!

De Kerstboodschap is duidelijk, beste mensen:
het duister lijkt vals en gemeen, maar geef hem nog een kans,
blijf hem uitnodigen in de warmte van jouw huis,
blijf hem welkom heten in de warmte van jouw hart,
en op een dag verandert hij van een hebberige parasiet
in een schitterend lichtwezen.
O happy day.

Zalig Kerstfeest, allemaal?
En moge die Dikke Kosmische Teek ons allemaal zegenen,
opdat we welgemutst doorgaan met het lijden van ons leven??
Ik dacht het niet.
Genoeg is genoeg.

In de prullenbak: A Christmas Carol.

December 2009


De pingpongtafel
Home